Aantal kamers | 20 |
Aantal slaapkamers | 12 |
Oppervlakte | 1.5002 |
Oppervlakte terrein | 21.823m2 |
Château de Riaucourt heeft een lange geschiedenis. Op deze pagina staan de belangrijkste gebeurtenissen.
Rond 1294 heeft de heer Aubert de Poissons samen met zijn twee zonen (Aubert en Hugues) een deel van hun bezit aan de abdij van Saint-Urbain gegeven.
Van 1609 tot 1660 veranderde het kasteel meerdere keren van eigenaar. Het kasteel in z’n huidige vorm bestaat uit twee delen. De oude gebouwen (de Lodewijk de XIII vleugel) en de nieuwere gebouwen (de Lodewijk de XIV vleugel). De nieuwste vleugel is gebouwd in 1708 door Nicholas Maillot de Gevoncourt en werd gebruikt voor recepties en feestjes. Inmiddels is dit deel al meer dan 300 jaar oud, maar heeft het nog steeds veel karakter.
Tijdens de Franse Revolutie leken de hoge adellijke gasten, de families Mollerat de Riaucourt en Marguetee Fleury niet erg verontrust. Deze rust was gekocht, dat wil zeggen, tegen de prijs van enkele offers. In 1793 vond er een huiszoeking plaats in het kasteel. De families moesten afstand doen van hun wapens en mochten niet langer het kasteel bewonen. Tijdens het grootste gedeelte van de 19e eeuw werd het kasteel bewoond door de familie de Maupas, deze familie had banden met de familie Mollerat.
De heer le Maquis de Maupas kwam al vroeg in zijn leven in aanraking met wapens. Hij deed mee aan de oorlog in Portugal in 1807 en onderscheidde zich in de laatste campagnes van het keizerrijk. Tijdens de wederopbouw nam hij deel, als luitenant kolonel, aan de Spaanse expeditie in 1823. Aan het begin van de heerschappij van Karel V werd hij benoemd tot vice-gouverneur van de Duc de Bordeaux (later Henri V). In die aard volgde hij de Koninklijke familie naar Schotland tijdens de revolutie van 1830.
In 1832 keerde hij terug naar het kasteel in Poissons met de kruizen van St. Ferdinand van Spanje, St. Louis van Frankrijk en het Legioen van Eer. Toen hij stierf in 1862 hebben de inwoners van Poissons een mooie begrafenis gegeven. Zijn lichaam werd naar Parijs gebracht om te bijgezet te worden in de familie grafkelder. Mevrouw la Marquise de Maupas, zijn echtgenote stief twaalf jaar later. Het kasteel kwam daarna in het bezit van haar oudste dochter, mevrouw Charlotte de Maupas.
Bij het verlaten van Poissons, in het voorjaar van 1892, had de gravin van Erceville het kasteel verkocht aan een gemeenschap in Haute Marne. Ze wenste dat het kasteel gebruikt werd voor een goed doel. Het kasteel werd gebruikt als bejaardentehuis voor dames. In 1920 was het kasteel toe aan meerdere reparaties en werd het kasteel verkocht.
Paul Festugière, directeur van een metaalbewerkingfabriek heeft toen het kasteel gekocht. Hij woonde hier een paar jaar samen met zijn familie en schonk het daarna aan zijn dochter Odette Festugière, vrouw van kolonel Laurent Ballif. Kolonel Ballif overleed op 6 juni 1961. De huidige eigenaren hebben het kasteel gekocht van familie van de kolonel.